Opgediende tafel
‘Zo’n twintig jaar geleden verscheen er hier plotseling een vrouwtje slechtvalk op de watertoren, die ieder jaar in het winterseizoen bleef terugkomen. In die tijd waren er maar een paar slechtvalken in Nederland, het ging lange tijd niet zo goed met de soort. Ik heb toen met een paar andere geïnteresseerden het plan opgevat dat het mooi zou zijn als je ze aan het broeden krijgt. We hebben aan de gemeente toestemming gevraagd om in de watertoren zo hoog mogelijk een nestkast te plaatsen en kwamen er na het plaatsen snel achter dat er torenvalkjes in de kast hadden gebroed.
Dit hebben ze zo’n vijf jaar gedaan en toen zat er in april 2010 ineens een mannetje slechtvalk op de toren. Twee weken later werd hij vergezeld door een vrouwtje. De torenvalk, die eerder een prooi dan een concurrent voor hen is, is sindsdien uit beeld. De Aalsmeerse slechtvalken trekken niet meer weg in de winter en zijn er dus het hele jaar, en dat is vrij logisch; er vliegt zoveel over die Westeinderplassen, dat is voor hen een soort opgediende tafel.’
Watertoren
‘Vanuit het hele land komen mensen naar Aalsmeer om slechtvalken te kijken. Op veel andere locaties zitten ze hoger of zijn ze moeilijker zichtbaar, hier zijn ze goed te zien en te fotograferen vanaf de grond. Ik ben ook bestuurslid van de watertoren en geef er rondleidingen tussen juni en januari. De rest van het jaar geven we de slechtvalken de ruimte om te broeden. Maar wanneer ik dus zo’n rondleiding geef, ga ik altijd eerst naar boven om de deur naar buiten te openen. Dan wil het nog wel eens gebeuren dat ik daar een oude slechtvalk of een jong van dichtbij zie op de trans van de toren. Je moet er geluk mee hebben, maar ik ben door de jaren heen eigenlijk best wel verwend.’
Goede handschoenen
‘Ik heb slechtvalken ook in handen gehad, bijvoorbeeld bij het ringen, waardoor we ze kunnen identificeren. Eén keer is er een pas uitgevlogen jong in zijn ogen gepikt door eksters en vervolgens natgeregend, waardoor hij niet meer kon vliegen. Om het even aan te kijken met die ogen heb ik hem meegenomen naar huis. Je moet daar erg voorzichtig mee zijn en precies weten hoe je zo’n vogel moet aanpakken. Ik weet namelijk wat ze kunnen aanrichten. Zo snel mogelijk deed ik deze slechtvalk toen in een kattenkooitje en nam het mee naar mijn werkkamer thuis.
Later die dag was ik daar aan het werk en kwamen mijn kinderen met een paar vriendjes binnen. Ze vroegen me wat voor raar geluid er uit het kattenkooitje kwam. Toen ik de deur op een kiertje deed en ik ze die enorme vogel van dichtbij toonde, konden die jongens hun ogen niet geloven.’