Werelddorp Aalsmeer
Die Blonde God leerde Anna-Maria in 1993 kennen. Hij nam haar van Amsterdam-Zuid mee naar Leimuiden. In Leimuiden is helemaal niets volgens Anna-Maria. Niet eens een Hema, waar ze in Aalsmeer nog wel zo blij mee is. “Daarom zie ik Aalsmeer als een werelddorp, want Aalsmeer heeft na Leimuiden ineens alles.”
“Aan de ene kant is Aalsmeer het Hollywood van Holland. Het heeft jetset, mooie architectuur, spanning en Radio Aalsmeer. Aan de andere kant is Aalsmeer heel ambachtelijk, bijna pilgrim-achtig.” Aalsmeerders zijn echte doeners, als het even tegenzit helpt iedereen elkaar. “Dat maakt Aalsmeer echt uniek, prachtig en bijzonder!” Anna-Maria vertelt dat het ook komt door de familiebanden en dat veel Aalsmeerders in dezelfde branche werken, zoals de luchtvaart en bloementeelt.
Het karakter van water
Naast haar Blonde God is ook het karakter van water een belangrijke factor voor haar liefde voor Aalsmeer. “Water is hier land geworden en land is hier water geworden.” Aalsmeer heeft hele straten van het dorp verloren aan de Westeinderplassen, maar heeft ook water gewonnen. De Westeinderplassen zijn namelijk uitgegraven met honderden eilanden. Een landschap dat Anna-Maria doet denken aan Zweden. In haar vrije tijd gaat Anna-Maria het allerliefst tussen deze eilanden doorvaren.
Ze heeft, zoals ze zelf zegt, een hele lelijke boot. Vierkant. Zonder voor of achterkant. “Mensen zwaaien nog wel naar ons, maar met pijn en moeite”, vertelt ze lachend. Anna-Maria en haar Blonde God hebben een eigen eiland met uitzicht over de Westeinderplassen. Toen Anna-Maria voor het eerst over de Westeinderplassen vaarde – en alle mensen illegaal zag paling peuren en zonnen in te kleine bikini’s op de eilanden – wist ze al dit is iets waar ik mij thuis kan gaan voelen.
Tip van Anna-Maria: wil je zelf varen, maar heb je geen boot? Huur dan een boot (en eiland) bij Sloepverhuur Aalsmeer.
Flaneren in Aalsmeer
Aalsmeer is een lintdorp, het is uitgestrekt. Dus je moet per boot of fiets het bloemendorp ontdekken. Heb je maar een half dagje? “Ga dan flaneren. Flaneren betekent dat je in ieder geval de Uiterweg op en neer loopt.” Hier zie je de oude lieve kwekerswoningen en de huizen die door architect Berghoef zijn gebouwd, maar ook de patserige paleizen met grote hekken waar de nieuwe Aalsmeerder nu woont. Wil je weten wat er achter deze woningen en paleizen schuil gaat of ging? Dan moet je volgens Anna-Maria naar Dorcas. “Dorcas is een verborgen parel. Het is de plaatselijke kringloop van Aalsmeer. Hier zie je de echte Aalsmeerder. Je ziet dingen die ze hebben weggegooid.” Zo hebben ze bij Dorcas een fantastische boekencollectie, gebruiksvoorwerpen die heel mooi zijn bewerkt en kunst die ontstaan is vanuit het sterke verenigingsleven van Aalsmeer. “Je ziet hier de echte dorpsgeest.”
Dorcas is geopend op dinsdag, donderdag en zaterdag.
Flaneer vervolgens verder naar de Historische Tuin en het Tuinhuis om eindelijk weer eens te ruiken hoe rozen écht ruiken. Hier hebben ze namelijk de oudste rozen. Laat je zintuigen ook op een andere manier prikkelen bij het Tuinhuis, want volgens Anna-Maria is de high tea hier belachelijk goed.
Ondernemers zijn nog echt ondernemers
“Waar ik ook trots op ben in Aalsmeer is dat ondernemers nog echt ondernemers zijn.” Anna-Maria beschrijft het gevoel: “als je ’s ochtends langs de winkels in de Zijdstraat loopt, ruik je de verse broodjes van de bakker, zie je de slager trots zijn op zijn eigen vlees, zie je lieve mensen vrijwilligerswerk doen bij de Wereldwinkel en zie je de boekhandel dag en nacht werken om te vechten tegen de grote boekensites.” In een ander dorp zijn veel van dit soort winkels overgenomen door grote merken, maar in Aalsmeer niet.
Een dorpswandeling is dan ook nog een van de vele tips van Anna-Maria. Zo leer je de details van het dorp kennen, zoals een huis met Indonesische ornamenten in de Zijdstraat. “Dingen die heel normaal lijken, worden dan ineens bijzonder.”