Violen rapen
‘Mijn vrouw, onze twee zoons en ik runnen een seringenkwekerij aan de Uiterweg en op een aantal eilanden. Met de jaren zijn er flink wat kwekerijen verdwenen, nu zijn het er nog een stuk of twaalf. Ik heb het overgenomen van mijn opa in 1983 en heb zelfs nog wat aktes van 1880. Onze kwekerij bestaat, kortom, al zo’n honderdvijftig jaar. Ik vond het als kind heel leuk om met m’n opa naar de eilanden te gaan. In die tijd teelden ze niet alleen seringen, maar waren er ook akkers met violen. Mijn opa ging dan violen rapen, die stopte hij in bakken en die moest ik als tienjarige naar de kant sjouwen. Dat herinner ik me nog heel goed, dat was een mooie tijd.’
Vele gezichten
‘Voor de documentaire zijn onze zoons met de filmploeg op pad geweest, en hebben ze op een van de akkers en in een kas gefilmd. Dat is ons werkgebied en ik kom er nu dagelijks. Ik hoef gelukkig niet met m’n auto naar m’n werk, ik pak de boot, dus geen files voor mij. Het oogsten van onze seringen is overigens een complex en jarenlang proces. Een bijzonder moment tijdens de oogst vind ik wanneer de eerste bloemen in de kas in het najaar opengaan. En wat ook een mooi gezicht is, is wanneer we een akker in het najaar hebben leeggehaald, de grond in de winter hebben bewerkt en in het voorjaar de struiken worden terug gepoot. Als het dan frisgroen begint uit te lopen, is dat werkelijk prachtig om te zien.’
Balans
‘Ik hoop dat we voldoende variatie houden in dit plassengebied met enerzijds de natuureilanden, anderzijds recreatie en daarnaast de seringenteelt en overige tuinbouw. Dat is volgens mij een combinatie die je ook nergens anders treft in Nederland. Het is te hopen dat het ook in balans blijft, wat volgens mij een vereiste is voor het in standhouden van zo’n gebied. Als het compleet zou uitslaan naar recreatie, zou dat enorm zonde zijn.’
Aanrader
‘De Historische Tuin raad ik bezoekers ten zeerste aan. Het laat namelijk zien hoe het er hier vroeger aan toe ging, hoe Aalsmeer groot geworden is door allerlei teelten en hoe de bloemenveilingen werden gehouden. Naast dat het een museum is, telen ze er ook nog van alles, dus dat is bijzonder om van dichtbij te zien. En uiteraard ontbreekt het er niet aan seringen.’